Bruno van Wayenburg
Achtergrond | Zaterdag 26-07-2008 | Sectie: Wetenschap | Pagina: W04 | Bruno
van Wayenburg
Kijk
alsjeblieft uit, en na een paar minuten moet je weer weg. Detectorcoördinator Piero Rapagnani is als de dood
dat ik brokken maak. Ik kruip via een keukentrap door het mangat naar binnen. Het
komt uit op een koperachtig glanzende, krappe ruimte ter grootte van een sauna.
Daar zit ik binnenin het vacuümsysteem van VIRGO, de Italiaans-Franse zwaartekrachtgolvendetector
bij Pisa - dat nu uiteraard nog niet vacuüm is, maar
tijdens het experiment wel. Het is bijzonder, dat zon grote installatie vacuüm
gezogen zal worden.
Vandaag - eind
juni - wordt hier het eerste Nederlandse onderdeel van VIRGO geïnstalleerd, een
spiegel voor de Input Mode Cleaner. Het is een soort
optisch filter dat de laserbundel in deze detector netjes op maat maakt. De
extreem gladde spiegel, die aan metalen draadjes in een rond frame in de
vacuüminstallatie bungelt, raakt gemakkelijk beschadigd. Daarom moet ik snel
weer weg. De spiegel is ontworpen en gebouwd door de onderzoeksgroep van Jo van den Brand van het Nederlands
instituut voor deeltjesfysica, NIKHEF, in Amsterdam, dat hiermee meedoet aan de
jacht op zwaartekrachtgolven. We mochten voor vijf miljoen toetreden tot het VIRGO-consortium, zegt Van den Brand, en dan krijgen we ook
een Nederlandse vlag op het VIRGO-terrein.
Zwaartekrachtgolven
worden voorspeld door Einsteins algemene
relativiteitstheorie, maar zijn nog nooit gemeten. Ze zijn niet te vergelijken
met bijvoorbeeld elektromagnetische golven (zichtbaar licht, röntgenstraling)
die zich door de ruimte voortplanten. Zwaartekrachtgolven zijn rimpelingen van
de ruimtetijd zelf, die optreden als gevolg van een veranderend
zwaartekrachtveld, bijvoorbeeld rond twee zwarte gaten of neutronensterren die
botsen. Maar veel is er niet van te merken. Als zon zwaartekrachtgolf dwars
door
Die bijna
belachelijk kleine vervorming moeten detectoren als VIRGO (genoemd naar het Virgo-cluster van sterrenstelsels, relatief dichtbij,
waarvandaan de eerste signalen verwacht kunnen worden) en de eerder gebouwde
Amerikaanse tweelingdetector LIGO (Laser Interferometer
Gravitational-Wave Observatory,
in Livingston LA en Richland
WA) op zien te pikken. Het basisontwerp van VIRGO en LIGO bestaat uit twee
armen die haaks op elkaar staan. In het kruispunt daarvan wordt een krachtige
laserbundel gesplitst, waarna de twee bundels elk door een van de twee
kilometerslange armen reizen en dan kaatsen tegen spiegels in de uiteinden. Eenmaal
teruggekaatst komen de bundels in het kruispunt weer samen.
Normaal
gesproken heffen de bundels elkaar dan op, want de lengtes van de armen zijn zo
ingesteld dat de lichtgolven van de ene bundel die van de
andere precies uitdoven. Maar een passerende zwaartekrachtgolf zou de ene arm
miniem oprekken en de andere doen krimpen, niet veel
weliswaar, maar genoeg om de lichtuitdoving even te verstoren en toch wat licht
door te sluizen naar een lichtdetector.
Tot nog toe is het nog niet gelukt om zo een passerende zwaartekrachtgolf
te betrappen, ook al draait LIGO al enkele jaren en heeft VIRGO in 2007 zijn
eerste meetcampagne gevoerd. Het zou ook wel heel veel geluk geweest zijn, zegt
Van den Brand. Volgens berekeningen treden geschikte gebeurtenissen hoogstens
ongeveer eens per jaar op in het voor VIRGO zichtbare deel van het heelal.
Het probleem
bij het meten bestaat vooral uit alle trillingen die niet door
zwaartekrachtgolven komen: van seismische trillingen in de aardkorst tot
passerende trucks of harde geluiden. Zelfs de golven die bij Pisa op de kust slaan zijn storingsbronnen. Daarom is VIRGO, à raison van 100 miljoen
euro Italiaans en Frans onderzoeksgeld, behalve een optisch meetsysteem vooral
een dure trillingen- en storingendemper. Alle spiegels zijn opgehangen in tien
meter hoge hydraulisch verende torens, en aan een soort kralenketting van slingermassas. Die moet trillingen zoveel mogelijk wegfilteren.
Het vacuümsysteem, nodig voor de ongestoorde voortplanting van de laserbundels,
is het grootste vacuümsysteem van Europa, vertellen alle medewerkers trots
(LIGO in de VS is nog iets groter).
De vervanging
van de oude spiegel van de Input Mode Cleaner is één
van de maatregelen om VIRGO nog weer wat gevoeliger te maken. Per lift is de
spiegel vanonder de ophangtoren ingeschoven, waarna Nikhef-technicus
Frans Mul hem heeft vastgeschroefd aan de slingerkralenketting, een klusje van
bijna een uur. Ieders bewegingen zijn traag, ook al omdat iedereen gehuld is in
twee zweterige, boerka-achtige cleanroompakken
over elkaar heen, inclusief sluier en haarnetje.
Na het monteren
mogen Van den Brand, Raspagnani en de verslaggever
gaan kijken, zonder brokken overigens. De spiegel, nu goed zichtbaar, lijkt op
een dikke glazen schijf. Hij spiegelt alleen voor het gebruikte laserlicht, bij
andere golflengten is hij doorzichtig, legt Van den Brand uit. Het
spiegeloppervlak, een speciale coating, is nog bedekt
met een beschermend folie dat er pas na installatie
afgaat. Aan de zijkanten van de spiegel zitten, anders dan bij de voorganger,
permanente magneten. Met elektrische spoelen op het ronde frame zijn daarmee
bewegingen nog verder te dempen.
Nu komt het
moeilijkste: het uitbalanceren en stellen, zegt Van den Brand. Ik heb vanaf
vier uur vanmorgen wakker gelegen. Ik droomde dat dat
hij tien graden scheef hing nadat we hem ophingen, bekent hij. Gelukkig hangt
de spiegel in ieder geval op het oog keurig recht, maar fout gaat het af en toe
wel degelijk bij VIRGO. Twee weken geleden sprong er
een ruitje in het vacuümsysteem. Gelukkig was het vacuümcompartiment door een
schot gesloten van de rest van de detector, anders was er lucht met een klap de
hele installatie gestroomd, een ramp. Er zitten ongeveer honderdzestig
van deze ruitjes in VIRGO.
Dit is echt
verreweg het grootste en meest complexe optische systeem waar je kunt werken,
zegt Bas Swinkels, gepromoveerd aan de TU Delft en nu
in dienst bij de Italiaanse organisatie van VIRGO. Terwijl
Van den Brand en Mul bezig zijn, rijden we de westelijke detectorarm af, in
totaal drie kilometer van het centrale naar het eindstation. Als je hier te
hard remt, raakt de detector van slag, zegt Swinkels
als we bij het einde aankomen.
Foto-onderschrift: Een
onderzoeker in boerka-achtig cleanroompak
bij de nieuwe spiegel voor de Input Mode Cleaner, het
eerste Nederlandse onderdeel van virgo. Hierboven:
een van de drie kilometer lange armen van de proefopstelling, van buiten en van
binnen (de binnenste buis wordt vacuüm gezogen). Interferometer
VirgoDe laserbundel die van links komt, wordt
gesplitst. Normaal gesproken doven de lichtgolven van het ene deel precies die
van het andere uit, maar een passerende zwaartekrachtgolf kan die uitdoving verstoren.
De detector vangt dan toch wat licht. NRC 260708 / RvS / Bron: Virgo
Trefwoord: Natuurkunde
Op dit artikel
rust auteursrecht van NRC Handelsblad BV, respectievelijk van de
oorspronkelijke auteur.