Technisch Weekblad, 21 november 2003
Brandstofcel verbeterd
Een nieuw type brandstofcel, met een ‘vast-zuur-membraan’, werkt stabiel
bij hogere temperaturen dan het gangbare type.
Dat meldden Amerikaanse onderzoekers van het California Institute of
Technology afgelopen donderdag in een voorpublicatie op de website van Science.
De onderzoekers demonstreren het gebruik van vaste zuren, een relatief
onbekende klasse van iongeleidende zouten, als membraan van brandstofcellen.
Het ideale brandstofcelmembraan moet protonen doorlaten, en al het andere
tegenhouden. Gangbaar is het polymeer Naffion, dat wel als nadeel heeft dat het
verzadigd moet blijven met water.
Daardoor is de cel gevoelig voor uitdroging, en werkt hij slecht boven 100
graden, terwijl een hogere bedrijfstemperatuur wenselijk is. Het koelsysteem
kan dan efficiënter werken, en de cel is minder gevoelig voor
verontreinigingen.
Vaste zuren, zoals het cesiumhydridefosfaat dat de Amerikanen gebruiken,
worden pas protongeleidend bóven een bepaalde temperatuur, in dit geval 230
graden.
Maar tot nog toe kampten ze nog met stabiliteitsproblemen. Zo lossen ze op
in vloeibaar water, en reageren ze vaak met waterstof.
De Amerikanen wisten die laatste reactie tegen te gaan door waterdamp bij
hun reactiegassen te mengen. Ze lieten een cellen op waterstof en op methanol
100 uur stroom leveren zonder grote degradatie. ‘Opmerkelijk’, vonden ze dat
zelf.
Redelijk stabiel, oordeelt Gaby Janssen, materiaalonderzoekster bij ECN in
Petten, ‘maar ook weer niet heel erg lang, zeker onder
laboratoriumomstandigheden.’
Bovendien baart de wateroplosbaarheid van de zouten, in een omgeving waar
waterdamp bijgemengd word, haar nog zorgen voor praktijktoepassingen.
‘Maar ze laten wel zien dat ze vorderingen boeken met een nieuwe klasse
materialen. En andere types hebben ook nog grote problemen.’