DE WEDDENSCHAP - MARE 8, 30
oktober 2003
Genetisch gemanipuleerd in de mode
Wie: prof.dr. Paul Hooykaas,
hoogleraar genetica
Wedt dat: ‘Transgeen voedsel binnen vijf jaar
geaccepteerd wordt in de derde wereld’
Inzet: ‘Een mooie kamerplant
(niet transgeen, want daar heb je een vergunning voor nodig)’
‘In
Europa is men nogal huiverig over transgene gewassen in de landbouw. Mensen zijn
bang dat het ongezond is, of dat de vreemde genen zich verspreiden in het wild.
Door die opstelling staan ook derdewereldlanden in Azië en Afrika aarzelend ten
opzichte van deze technologie.
Bruno van Wayenburg
Ter
illustratie kunnen de laatste rapporten uit Groot-Brittannië dienen. De meest
opgepikte uitkomst was dat de biodiversiteit afnam in een akker met transgeen
herbicideresistent gewas, die besproeid was met herbiciden om andere gewassen te
doden.
Dat is natuurlijk niet zo raar, het is zelfs juist de bedoeling. Toch
zal dit negatief opgevat worden voor transgene gewassen, is mijn ervaring.
Ik denk dat dat jammer is, omdat transgenese voor een aantal problemen wel
een oplossing biedt. Vrij bekend is inmiddels de ‘gouden rijst’, waar door
genetische verandering de stof caroteen in zit (die stof zou mensen met een
eenzijdig rijstdieet moeten beschermen tegen blindheid door vitaminetekorten,
red.). Er zijn nog problemen met de opname hiervan door het lichaam, maar het is
in ieder geval een begin, een denkbare oplossing.
Een ander voorbeeld is
cassave, dat in Afrika veel verbouwd wordt, en dat vaak teveel cyanide bevat,
waardoor mensen blind kunnen worden. Dat is een groot gezondheidsprobleem,
terwijl het heel goed mogelijk is om via transgenese cassave te maken met minder
cyanide.
En het hoeft niet alleen om gezondheidsproblemen te gaan. In grote
delen van Brazilië en Mexico wil geen rijst groeien omdat er te veel aluminium
in de bodem zit. Daar zou je ook een aluminiumbestendige rijstvariant voor
kunnen maken.
Ik denk dat veel derdewereldlanden daarom op den duur
terugkomen van hun huiver, en de afweging maken ten gunste van hun bevolking.
Tegenstanders zeggen dat dat een schijnoplossing is, dat weet ik. Ze zeggen
dat het niet gaat om verbeterde gewassen, maar om een fundamenteel verschil in
de verdeling van rijkdom. Dat is misschien wel zo, maar dat zie ik ook zo snel
niet veranderen.
Natuurlijk moet je voorzichtig zijn, en niet alle plannen
klakkeloos overnemen. Je moet zorgen voor goede regels en controlemechanismen,
om negatieve effecten te voorkomen.
De manier waarop de grote multinationals
eerder de introductie van transgene gewassen aan hebben gepakt was dan ook een
blunder. Alleen zij hadden er voordeel bij, omdat ze bij de herbicideresistente
soorten de bijbehorende herbiciden konden verkopen.
Daar is terecht
weerstand tegen gerezen, maar nu vertaalt zich dat in een weerstand tegen de
technologie op zichzelf. Maar ik voorspel dat deze weerstand in de derde wereld
eerder af zal brokkelen dan in Europa. Nu al zie je daar een genuanceerder
discussie over transgene gewassen dan in Europa.
Ik wed, en dat is tegen de
trend in, dat er in de derde wereld binnen vijf jaar een transgeen gewas wordt
ingezet tegen gezondheidsproblemen of bodemproblemen. Of dat de inzet daarvan in
ieder geval een heel eind gevorderd is.’
Wilt u deze weddenschap
aangaan, of zelf een weddenschap voorstellen: weddenschap@mare.leidenuniv.nl