KAMELEON VANGT PROOI MET ZUIGNAP DANKZIJ INSTULPING TONGPUNT

Het puntje van de tong van de kameleon werkt als een zuignap die zich vastzuigt aan een prooi op het moment dat deze geraakt wordt door de razendsnel naar buiten schietende tong. Onderzoekers van de Universiteit van Antwerpen van Northern Arizona University schrijven dit in een artikel in de Journal of Experimental Biology van oktober. Al sinds de jaren tachtig vermoeden kameleondeskundigen dat een zuigende werking van de kameleontong een rol speelt bij het vastgrijpen van de relatief grote prooien waar kameleons op jagen: grote insecten, hagedissen en kleine vogels. De kleverigheid en de ruwheid van de tong leken niet voldoende om de nodige trekkracht te leveren.

De Belgische en Amerikaanse onderzoekers maakten snelle video-opnamen van verschillende soorten kameleons in actie. Ook maakten ze filmopnamen met röntgenbeelden terwijl de tong met loden bolletjes gemarkeerd was. Steeds was de instulping te zien van het centrale deel van de tongpunt tijdens de 0,05 seconde dat de tongpunt onderweg is naar de prooi. Door deze instulping krijgt de punt van de tong de vorm van een zuignap, die zich aan de prooi vastzuigt zoals een rubberen speelgoedpijltje dat op een raam blijft kleven. Na het raken van de prooi wordt de holte nog dieper, zodat de prooi zo veel mogelijk omvat wordt.

De wetenschappers onderzochten ook twee spiertjes in het binnenste van de kameleontong die het vormen van de holte veroorzaken. Ze maten de elektrische spanningen in deze tongspieren met elektroden. De spieren beginnen de holte al te vormen voordat de prooi geraakt wordt en gaan daar tijdens het terugtrekken van de tong mee door.

Kameleons waarbij de zenuw naar de tongspiertjes doorgesneden is, kunnen geen dieren meer vangen met hun tong. Hun aanstormende tong stoot prooien juist weg. Door een kameleontong een glazen buis te laten grijpen en de holte-vormende spiertjes elektrisch te stimuleren, konden de onderzoekers de trekkracht van de tong meten. Ook de plakkerigheid en de ruwheid van de tong dragen bij aan deze trekkracht. Het aandeel van het zuignap-effect aan deze krachten was afzonderlijk te meten door het andere eind van de buis af te sluiten, zodat de buis vacuüm gezogen werd.

Het zuignap-effect bleek tot ruim tweederde van de trekkrachten uit te kunnen maken. Daardoor kan de kameleon prooien vangen met een gewicht tot vijftien procent van het gewicht van de kameleon zelf. Andere soorten hagedissen, die met hun tong dieren vangen zonder zuignap-tong, komen maar tot vijf procent.

Bruno van Wayenburg, NRC Handelsblad, 21 oktober 2000