de Volkskrant van 21-08-1999, Pagina 9,  Aantal woorden: 1114

Verboden gif

Bruno van Wayenburg

Boeren en tuinders maken zich op voor een oorlog. Aanleiding is een oude afspraak om per 1 januari 2000 een aantal populaire bestrijdingsmiddelen te verbieden. 'Dit betekent het einde van de fruitteelt in Nederland.'

EEN UIENVELD in Swifterbant bij Dronten. Dikke uibollen staan in rijtjes: de onderste helft in de modder, de bovenkant met het loof in de winderige polderlucht. Over een maand kunnen ze worden geoogst, zegt uienteler Keimpe van der Heide. Maar bij zijn volgende teelt staan de uien er waarschijnlijk minder florissant bij. De bestrijdingsmiddelen die hij dit jaar nog bij de uienteelt heeft gebruikt, mag hij dan niet meer toepassen.

Bentazon, Piramin, Stomp en Ramrod horen bij de 24 bestrijdingsmiddelen die per 1 januari 2000 zijn verboden door het College voor Toelating van Bestrijdingsmiddelen (CTB). De agrarische sector heeft fel gereageerd op de beslissing. De teelt van uien, graszaad, aardappelen, schorseneren, vlas, erwten en fruit zou er in Nederland onmogelijk door worden.

Aike Maarsingh, voorzitter van de vakgroep akkerbouw van de land- en tuinbouworganisatie LTO heeft al met 'oorlog' gedreigd als de bestrijdingsmiddelen op de zwarte lijst blijven staan. Er is een brandbrief naar de Tweede Kamer gestuurd, waarin wordt gevraagd de middelen weer toe te staan.

Voor de zekerheid zijn boeren en tuinders alvast een kaartenactie begonnen. Zij vinden het verbod vooral onbillijk omdat andere Europese boeren de middelen nog wel mogen gebruiken. Ook denken ze dat grote afnemers, zoals conservenfabrikanten, hun producten voortaan in het buitenland kopen, uit vrees voor een verminderde kwaliteit. Minister Brinkhorst (D66) van Landbouw noemt de opwinding van de boeren overdreven.

Als een donderslag bij heldere hemel komt het besluit van het CTB immers niet. 'Je kon zien dat het met de bestrijdingsmiddelen de verkeerde kant op ging', geeft Van der Heide toe. Milieuschade, vooral in het water, was allang aangetoond. En ook dat insecten resistent werden tegen de middelen en dat ze schade aan de gezondheid van tuinders toebrachten, was bekend. 'Al sinds een jaar of zeven circuleren er lijsten met middelen die verboden zouden worden. Maar dat is steeds op de lange baan geschoven', zegt Van der Heide.

Het verwijt aan de landbouw is dat de beroepsgroep te lang heeft gedacht dat de soep niet zo heet zou worden gegeten. 'Ze zijn al zo lang bezig met bestrijdingsmiddelen. De boeren hebben echt tijd genoeg gehad', zegt Hans Muilerman, bestrijdingsmiddelendeskundige van de Stichting Natuur en Milieu. 'En nu ontstaat dan opeens het rumoer: ze gaan stoffen verbieden. Tijd om lawaai te maken'

In 1991 verscheen een Europese richtlijn voor het beoordelen van bestrijdingsmiddelen. In datzelfde jaar werd in Nederland het 'meerjarenplan voor gewasbescherming' opgesteld. Daarin spraken landbouwers, waterbedrijven en het Ministerie voor Landbouw af, dat het verwaaien van de middelen naar het oppervlaktewater met 90 procent zou worden verminderd. Boeren en tuinders moesten op zoek gaan naar alternatieven voor de bestrijdingsmiddelen.

Het toverwoord was 'geïntegreerde teelt', een uitgekiend landbouwsysteem met zo min mogelijk mest en gif. Het CTB zou zorgdragen voor toetsing van de bestrijdingsmiddelen. Vanaf 1995 - toen de normen strenger werden - moesten er ruim driehonderd middelen worden beoordeeld.

Voor 42 stoffen die ooit waren goedgekeurd, maar waarvoor de eisen inmiddels te streng waren geworden, kwam er een tijdelijke toelating tot 2000. Daarna zouden ze worden herbeoordeeld. De middelen die in januari worden verboden, staan op deze zogenoemde 'kanalisatie'-lijst.

In 1996 vond het CTB een nieuwe ontsnappingsroute door het verboden middel dichloorvos 'onmisbaar' voor de teelt te verklaren. Dichloorvos is een vergassingsmiddel dat in kassen wordt gebruikt. Het is schadelijk voor waterorganismen en werd verboden nadat het in sterk verhoogde concentraties in het oppervlaktewater was aangetroffen. In de onmisbaarheidsregeling werd het alleen nog op recept verkrijgbaar.

Afgelopen mei verbood de rechter deze onmisbaarheidsroute, in een proces dat Natuur en Milieu en de Zuid-Hollandse Milieufederatie hadden aangespannen. Het afsnijden van de onmisbaarheidsroute is een tegenvaller voor de agrariërs, die hoopten dat er meer middelen onmisbaar konden worden verklaard.

De boeren pleiten er nu voor te wachten op de Europese harmonisatie van het bestrijdingsmiddelenbeleid, die in 2003 klaar moet zijn. Telers in het buitenland ondervinden dan dezelfde hindernissen als hun Nederlandse collega's. Intussen bestudeert een commissie van wijze mannen onder leiding van VVD-senator dr. L. Ginjaar op de onmisbaarheidsregeling. Het rapport van de commissie moet in september verschijnen.

'De datum van 2003 wordt niet meer gehaald, de harmonisatie is al uitgesteld tot 2008', zegt Natuur en Milieu-woordvoerder Muilerman. 'Bovendien was in het meerjarenplan afgesproken dat de boeren op een ander landbouwsysteem over zouden gaan.' Maar dat is nauwelijks gebeurd. Hij noemt het een gebrek aan visie dat de boeren niet overstappen op biologische of tenminste geïntegreerde methoden.

Jo Ottenheim, gewasbeschermingsspecialist bij LTO vindt dat een onterecht verwijt. 'Er zijn inderdaad alternatieven, maar je moet ook kijken naar het economische plaatje.' Als iedereen nu biologisch gaat produceren, dan stort de markt in, zeggen ze bij LTO. 'Boeren pakken alleen iets op waar aan te verdienen valt.'

Ottenheim wijt het uitblijven van onderzoek naar alternatieve middelen ook aan de bestrijdingsmiddelenfabrikanten. Die willen niet opdraaien voor de kosten van het onderzoek dat nodig is voor toelating van een bestrijdingsmiddel in een klein land als Nederland.

Hoe het nu verder moet, weet Ottenheim wél. Een reparatie van de onmisbaarheidsregeling, met een soort inspanningsverplichting voor de boeren om minder belastende methoden te zoeken. Hij verwacht dat het rapport van de commissie-Ginjaar tot zo'n reparatie zal leiden. En dan in 2003 de Europese harmonisatie.

Uienteler Van der Heide verwacht dat hij het lastig zal krijgen als de bestrijdingsmiddelen komend jaar verdwijnen. 'Maar ik ga voorlopig niet stoppen met de uien. Ik zie wel wat er uitkomt.' Van der Heide zal niet failliet gaan. Hij kweekt naast uien ook nog andere gewassen - in afwisseling om de grond niet uit te putten.

Biologisch gaan boeren lijkt Van der Heide geen goed idee, al liggen de uienprijzen op de biologische markt vier maal hoger. 'Je moet je daar op instellen en veel mensen aannemen voor het wieden. Bovendien ben je pas na een aantal jaren biologische boer.' Wel gebruikt hij naar eigen zeggen zo min mogelijk bestrijdingsmiddelen.

Wanneer blijkt dat het zonder die middelen echt niet gaat, is volgens Van der Heide de kans groot dat boeren de illegale producten gaan gebruiken. Handelaren in bestrijdingsmiddelen melden nu al een forse toename van de verkoop van de middelen die gaan verdwijnen. En bij LTO hebben ze ook het gerucht opgevangen dat boeren na 1 januari gewoon doorgaan met de verboden bestrijdingsmiddelen.

Van der Heide: 'Wat moet je anders als je het onkruid en het ongedierte niet in de hand hebt?' Of hij de verboden middelen zelf zou gebruiken? 'In principe niet, maar misschien blijken mijn principes rekkelijk.'

 

Drentse boer bespuit zijn aardappelen. FOTO HARRY COCK