HEADLINE: De toekomstige quantumcomputer blijkt
vergeetachtig
BYLINE: BRUNO VAN WAYENBURG
BODY:
De qubit, de
fundamentele informatie-eenheid van de quantumcomputer, heeft een beperkte
houdbaarheid. Dat blijkt uit een theoretisch natuurkundige beschouwing van de Leidse natuurkundigen Jasper van Wezel, Jeroen van den
Brink en Jan Zaanen (Physical
Review Letters, 17 juni). Het resultaat betekent een
onverwachte beperking aan de mogelijkheden van de quantumcomputer waaraan veel
natuurkundigen werken.
Volgens de quantummechanica, die het gedrag
van de natuur op de allerkleinste schaal beschrijft, kunnen deeltjes of hele quantummechanische systemen bestaan in ofwel
combinaties, 'superposities', van toestanden. Zo kan een elektron, of een
stroompje in een supergeleidend ringetje, tegelijk linksom (1) en rechtsom (0)
draaien.
Quantumcomputers,
die overigens alleen nog op papier bestaan, maken gebruik van dit enigszins
schizofrene gedrag. Met een koppeling van een beperkt aantal qubits kunnen ze
in een klap een parallelle berekening uitvoeren op een zeer groot aantal
uitgangswaarden. Bepaalde berekeningen verlopen daardoor veel sneller dan met
hulp van gewone computers, zoals het vinden van de kortste route op een
wegenkaart of het kraken van geheime codes.
Wel is voor het bouwen van een werkende
quantumcomputer vereist dat de informatie in de gekoppelde qubits voor de duur
van de berekening intact blijft. Interacties met de buitenwereld kunnen
gemakkelijk decoherentie veroorzaken: het weglekken
van de opgeslagen informatie.
Onderzoekers experimenteren wereldwijd met
verschillende soorten qubits, van ionen en fotonen (lichtdeeltjes) tot
minuscule supergeleidende ringetjes en supergeleidende 'quantum
dots', kleine geleidende eilandjes ingebed in
isolerend materiaal. Door de qubits zo veel mogelijk te isoleren van de
buitenwereld zijn de decoherentietijden inmiddels opgevoerd tot enkele microseconden, waarmee de
quantumcomputer binnen bereik lijkt te liggen.
Het nieuwe resultaat maakt echter onverwacht
duidelijk dat er een fundamentele limiet is aan de coherentietijd in ieder
geval voor qubits die uit een groot aantal deeltjes bestaan, zoals
supergeleidende quantumdots en supergeleidende ringetjes. Het resultaat geldt
niet voor qubits die bestaan uit enkele fotonen, ionen
of elektronen.
In plaats van de invloeden van buitenaf
bestudeerden de theoretisch natuurkundigen de interne wisselwerkingen van een model-qubit. Naast externe invloeden zijn er namelijk ook
nog altijd interacties van het qubit met de
bewegingsmogelijkheden van zijn eigen atomen. Dat zou nog niet zo'n probleem zijn als daardoor enen en de nullen in de
superpositie maar op dezelfde manier veranderden. Maar omdat juist de inhoud
van het qubit de eigen structuur subtiel beinvloedt, heeft een 1 te maken met iets andere interne
invloeden dan de 0. Door dat verschil gaan de twee waarden in de superpositie
uit de pas lopen: decoherentie is onvermijdbaar.
De natuurkundigen berekenden dat de maximale
houdbaarheidopmerkelijk genoeg onafhankelijk is van de precieze details van het
systeem. Alleen de afmeting van de qubit is van
invloed: hoe groter het aantal deeltjes, hoe langer de decoherentietijd.