ACHTERGROND - Mare 16, 13 januari 2005

Voor onderzoek naar taal, getallen en migraine

Miljoenen voor Leidse Vici-winnaars

De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) heeft aan drie Leidse wetenschappers een Vici-subsidie toegekend van maximaal 1.25 miljoen euro. Hiermee mogen Bas Edixhoven, Michel Ferrari en Ingrid Tieken-Boon van Ostade in vijf jaar tijd een eigen onderzoeksgroep opbouwen. Mare stelt de toppers voor.

De grammatica van bisschop Lowth

It was just the thing he had hoped for. Op het eerste gezicht lijkt dit een correcte Engelse zin, maar wie de officiële voorschriften uit de handboeken kent, weet dat er een zonde wordt begaan: never end a sentence with a preposition! Of neem de zin: He was inclined to frequently write letters of abuse, die je ook beter niet in je sollicitatiebrief kunt schrijven: zet nooit iets tussen to en de infinitief.
Het Engels kent veel van dit soort regeltjes. Terecht of onterecht worden ze toegeschreven aan Robert Lowth (1710-1787), een bisschop die ook een grammatica heeft geschreven. Mede doordat hieruit rijkelijk geput is door Lindley Murray, die in 1795 een grammatica schreef die in miljoenen exemplaren over de hele wereld is verspreid, groeide Lowth uit tot de icoon van de normatieve grammatica.

Hoe groot is de invloed van Lowth op het Engels werkelijk geweest, en waarop baseerde hij zijn regels? Die vraag is het uitgangspunt van het VICI-onderzoeksproject van taalkundige dr. Ingrid Tieken-Boon van Ostade. Boven haar bureau hangt een portret van Lowth. ‘Ik wil namelijk steeds de mens achter de naam van de makers van grammatica’s in de gaten houden’, zegt de onderzoekster.

‘Lowth correspondeerde met allerlei mensen, in verschillende stijlregisters. Aan zijn vrouw schreef hij heel anders dan aan hoge geestelijken. Hij wilde bisschop worden en moest zich dus het taalgebruik uit de hogere kringen eigen maken.’ Tieken-Boon van Ostade beschikt over zo’n 280 (onuitgeven) brieven van Lowth, waarmee ze kan reconstrueren welke stijlen hij kende en wanneer hij deze gebruikte.

Een van figuren uit de hogere kringen was schrijver Sir Horace Walpole (1717–1797), van wie een grote correspondentie van maar liefst 48 delen is uitgegeven. ‘Lowth heeft waarschijnlijk geweten dat hij daar zijn normen vandaan moest halen.’

Binnen het onderzoeksproject zal een aio zich over Walpole buigen. In totaal worden van de VICI-subsidie vier aio’s en een postdoc aangesteld. Ze zullen zich richten op Murray, op hoe grammatica’s voor kinderen werden geschreven, op de invloed van normatieve grammatica’s op het achttiende en negentiende-eeuwse taalgebruik en op een vergelijking tussen Lowth en Joseph Priestley (1733-1804), een scheikundige (de ontdekker van zuurstof) die, volgens de wetenschappelijke normen van de huidige taalkunde, een, beschrijvende grammatica maakte.

Tieken-Boon van Ostade: ‘Het stimulerende van deze toekenning is dat we nu met een groep onderzoek kunnen doen. Letterenonderzoek is vaak een solitaire bezigheid, en tot nu toe was ik in Nederland de enige die dit soort onderzoek deed.’

Doordat ze naast docente ook opleidingsvoorzitter is, was er echter nooit genoeg tijd om zich te wijden aan een monografie over Lowth. ‘Daar is nu tijd voor. In de toekomst wil ik ook nog een meer biografisch en anekdotisch boek over hem schrijven. Het is namelijk een buitengewoon boeiende man.’

Christiaan Weijts

Heel veel nullen tellen

Eigenlijk heeft prof.dr. Bas Edixhoven de crux van het probleem waarvoor hij een Vici-subsidie kreeg, al doorgrond. In 2000 kreeg de wiskundige een heldere ingeving. ‘Meestal valt een idee na wat nadenken en discussies al snel door de mand, maar hier zag ik niet waarom het niet zou werken’, zegt hij in zijn werkkamer in het Mathematisch Instituut.

Het probleem: het tellen van oplossingen van bepaalde stelsels van vergelijkingen. Eerder is dat al opgelost voor één soort vergelijkingen, bekend als ‘elliptische krommen’, afkomstig uit de meetkunde, Edixhovens vakgebied.

In 1984 vond de Leidse wiskundige René Schoof een manier om snel het aantal oplossingen te tellen, ook als dat aantal extreem groot is (getallen met honderden cijfers zijn heel normaal). Dit leidde tot toepassing van elliptische krommen in de cryptografie, ofwel het onkraakbaar coderen van geheime informatie. Op internet, bij inlichtingendiensten en in mobiele telefoons zijn de elliptische krommen dan ook inmiddels overal te vinden.

Maar Edixhoven wil meer: oplossingen tellen van een nog veel bredere klasse van vergelijkingen, en liefst zo dat de berekening niet miljarden jaren gaat duren. En hij weet al hoe.

‘Ik heb het in klad uitgewerkt. Het zit in mijn hoofd’, verzekert de wiskundige. Wat overigens niet betekent dat het uitwerken een makkie is. ‘Het echte rotwerk begint nu pas: opschrijven, controleren, netjes formuleren zodat een ander het kan volgen’, klaagt de meetkundige, ‘het leukste, het hebben van het idee en het spelen ermee, is al achter de rug.’

Maar ja, iedere baan heeft zijn mindere kanten. En met 1,25 miljoen euro, goed voor drie aio’s en drie postdocs, weet je als wiskundige in ieder geval zeker dat je de tijd hebt om vondst en toepassingen degelijk uit te werken, en tegelijkertijd een onderzoeksgroep op te bouwen.

Eigenlijk gaat het plan terug op het nog ambitieuzer onderzoeksprogramma van de Amerikaanse wiskundige Robert Langlands uit 1967, legt Edixhoven uit, enthousiast vergelijkingen kalkend op zijn schoolbord.

Langlands’ lijst van te bewijzen stellingen is wel de ‘grote unificatie’ van de wiskunde genoemd, en legt (voor wiskundigen) diepzinnige verbanden tussen meetkunde, algebra en analyse. Het tellen van oplossingen zou maar één van de bijproducten zijn.

Inmiddels zijn veel van de verwachte correspondenties bewezen, zegt Edixhoven, maar dat betekent nog niet dat je ze gemakkelijk uit kunt rekenen. Rekentijden op een computer zouden pijlsnel, ‘exponentieel’, uit de hand lopen.

Edixhovens groep gaat de eerste wezenlijk snellere ‘polynomiale’ rekenmethoden voor het tellen van oplossingen dit jaar nog in een artikel beschrijven, zo belooft hij in het onderzoeksvoorstel. Of er ook nieuwe cryptografiemethoden uitrollen, is nog even afwachten.

Een vergelijkbaar voorstel werd twee jaar geleden nog afgewezen. Edixhoven: ‘Ik was toen heel verbaasd. Blijkbaar heb ik ze dit keer wel kunnen overtuigen dat, als ík het niet deed, een ander het zou gaan doen.’ Dat zou jammer zijn, vindt de wiskundige, voor de eer en voor de Leidse wiskunde. ‘Al zou het ook zijn voordelen hebben: dan had een ander al dat werk moeten doen.’

Bruno van Wayenburg

Migraine: of mice and men

Het enige wat de gemiddelde migrainepatiënt ter beschikking heeft tegen de langdurige hoofdpijnaanvallen waarmee de ziekte gepaard gaat, zijn pijnstillers om te slikken en gordijnen om dicht te doen. Valt de symptoombestrijding al tegen, een medicijn is er helemaal niet. De ziekte is chronisch, en bovendien wijdverspreid: een kwart van de vrouwen en één op de acht mannen heeft er last van.

Prof.dr. Michel Ferrari (50) gaat de komende jaren aan de slag om in ieder geval een middel te ontwikkelen waarmee migraine-aanvallen voorkomen kunnen worden. De afgelopen jaren maakte zijn groep in de LUMC-afdelingen Neurologie en Humane Genetica al een proefmuis die door een mutatie verschijnselen vertoont die op een migraine-aanval lijken. De komende jaren zetten Ferrari en zijn collega’s het proefdieronderzoek voort, om uiteindelijk te begrijpen wat er voorafgaand aan een aanval mis gaat bij menselijke patiënten.

Bovendien gaan de medisch wetenschappers op zoek naar nieuwe genen die bij migraine betrokken zijn. Daarvoor richten ze zich in eerste instantie op Familiaire Hemiplegische Migraine, een zeldzame erfelijke vorm van de ziekte die de mutatie opleverde waarmee het eerste proefdiermodel gemaakt werd. Vervolgens worden ook andere vormen van migraine onderzocht. De gevonden mutaties zullen de basis vormen voor nieuwe muismodellen waarmee het onderzoek voortgezet wordt. Met de informatie kan uiteindelijk samen met farmaceutische bedrijven aan een medicijn gewerkt worden.

Ferrari was vanwege een huwelijksreis niet voor een reactie bereikbaar.

Hester van Santen