NIEUWS - Mare 02, 09 september 2004

Bedrijven verzwijgen onderzoeksresultaten

Bruno van Wayenburg

Bedrijven publiceren steeds minder van hun onderzoek, ontdekte publicatieteller Robert Tijssen. Niet omdat ze minder onderzoek doen, maar omdat ze er minder over kwijt willen, vermoedt hij. ‘Als deze trend niet afvlakt, hebben we een mondiaal probleem.’
Doen bedrijven nou minder wetenschappelijk onderzoek, of lijkt het alleen maar zo? Industriële laboratoria sluiten, slanken af of verhuizen, of richten zich steeds meer op productontwikkeling en toegepast onderzoek. Maar tegelijkertijd spelen wetenschap en techniek een groeiende rol in het bedrijfsleven, getuige de opkomst van sectoren als ICT, bio- en nanotechnologie.

‘Je hoort gemengde berichten’, zegt Robert Tijssen. ‘Vaak gaat het over één land, één bedrijf of één sector.’ Tijssen besloot de feiten eens op mondiale, wetenschapsbrede schaal op te speuren, iets waar zijn eigen tak van onderzoek zich bij uitstek voor leent. De onderzoeker is verbonden aan het Centrum voor Wetenschap en Technologie Studies (CWTS) van de faculteit Sociale Wetenschappen, dat naam heeft gemaakt met ‘bibliometrie’. Dat is het in kaart brengen van wetenschapsgebieden door het tellen van publicaties en verwijzingen naar andere publicaties.

Tijssen turfde in een grote CWTS-database van wetenschappelijke artikelen 290 duizend wetenschappelijke artikelen waarbij één van de auteurs als adres een bedrijfsnaam opgegeven had. Dat lukte door te zoeken op achtervoegsels als B.V., Ltd. en het Duitse GmbH. Zo viel een lijst met zo’n 40 duizend bedrijven te destilleren.

De verlangde publicatieaantallen tussen 1996 en 2001 rolden daarna relatief eenvoudig uit de computer. De resultaten spraken duidelijke taal. In de periode 1996-2001 daalde het aantal publicaties, geschreven door onderzoekers van één bedrijf, met 36 procent. Ook publicaties door samenwerkende onderzoekers van meerdere bedrijven daalden fors. In dezelfde periode steeg het aantal publicaties door academische onderzoekers met 25 procent.

Je zou bijna in de verleiding komen om te concluderen dat het bedrijfsonderzoek inderdaad in omvang afneemt, maar tegelijkertijd steeg het aantal onderzoekers in dienst van bedrijven met ruim een kwart, bleek uit statistieken van de OESO. Ook het aantal octrooien, voor het merendeel aangevraagd en betaald door bedrijven, groeide met zo’n 50 tot 80 procent (respectievelijk Amerikaanse en Europese octrooien), dus zo afgeslankt is de industriële R&D nou ook weer niet.

‘Er is al jaren een sterke verschuiving van fundamenteel wetenschappelijk onderzoek naar onderzoek dat snel toegepast kan worden’, duidt Tijssen de cijfers. Tegelijkertijd wordt de neiging om wetenschappelijke resultaten af te schermen groter, betoogt hij, net als de nadruk op intellectueel eigendom, zoals bijvoorbeeld octrooien, groter.

Daarbij past publiceren lang niet altijd. Waarom zou je onderzoeksresultaten die je met veel geld en moeite hebt verworven eigenlijk überhaupt prijsgeven aan de concurrentie? Omdat het moet, bijvoorbeeld. Bij onderzoekssamenwerkingen met universitair onderzoekers is publicatie meestal een voorwaarde. Daarnaast levert een publicatie voor de onderzoeker en het bedrijf bruikbare prestige op, wat kan helpen om partners of goed personeel te vinden.

En de belangrijkste reden, volgens Tijssen: ‘Om goed zicht te houden op een wetenschapsgebied is het bovendien niet genoeg om de vakbladen alleen maar te lezen. Je moet erbij horen, en dus ook regelmatig met een eigen verhaal komen.’

Deze redenen gelden nog altijd, maar leggen blijkbaar minder gewicht in de schaal, denkt Tijssen. Hij benadrukt dat er in zijn onderzoek veel factoren meespelen, zoals bijvoorbeeld de economische hoogconjunctuur rond 2000. Bovendien gaven deelonderzoeken voor de biofarmaceutische en de halfgeleiderindustrie weer iets minder stellige resultaten. ‘Meer onderzoek is zeker nog nodig’, zegt hij.

Binnenkort gaat de onderzoeker dan ook aan het werk met de update voor 2003. ‘Dan hoop ik te zien dat de daling in bedrijfspublicaties enigszins afvlakt’, zegt Tijssen, ‘anders heeft de wetenschap toch op den duur een probleem. In plaats van de overwegend gebruikelijke open etenschapsbeoefening krijg je dan ‘closed science’, waarin bedrijven nog wel aan wetenschap doen, maar de resultaten geheim houden en hoogstens nog octrooieren.’

Niet alleen kost dat industriële en academische onderzoekers veel dubbel werk, maar ook verdwijnt het zicht op een groot deel het wetenschappelijk onderzoek. Tijssen: ‘Dat lijkt me een onwenselijke ontwikkeling.’

Robert Tijssen: ‘Is the commercialisation of scientific research affecting the production of public knowledge? Global trends in the output of corporate research articles’, Research Policy, juli 2004