ACHTERGROND - MARE 2, 11
september 2003
Schakelen met je urinestraal
Nuttige dingen hoeven studenten
mediatechnologie niet te maken, zo bleek vorige week bij de presentatie van hun
werk. Maar het eindresultaat, variërend van joystickstoel voor gehandicapten tot
aaibare auto met gevoel, moet wel werken.
Bruno van Wayenburg
Er heerst een zenuwachtige drukte in kunstencentrum Haagweg 4.
Jongens met bakkenbaarden en sikjes lopen rond met USB-computerkabels en
memorysticks, meisjes klikken zich gehaast door computerschermen.
Het
is showtime voor de studenten van mediatechnologie, de mediagenieke
samenwerking tussen de Haags-Leidse Kunstenfaculteit en de afdeling informatica
bij Wiskunde en Natuurwetenschappen. Na een jaar studeren en werken - ze moeten
nu nog een halfjaar - presenteren ze wat ze het afgelopen jaar hebben gemaakt.
Dat levert een expositie op die het midden houdt tussen een bona fide
kunstexpositie en een techniekvakbeurs.
Zo zijn er nuttige bouwsels te
vinden als de ‘Totally Adaptable Seat’, een veelzijdig verstelbare joystickstoel
waarmee gehandicapten kunnen gamen. Maar er is ook de technische
vertaling van een LSD-trip of een migraine-aanval: Toxicorama, een koepeltentje
waarop een beamer pulserende blokpatronen projecteert. Wie erin gaat
zitten, met koptelefoon en een hartslagmeter die terugkoppelt naar de
machinerie, loopt de kans om behoorlijk glazig weer naar buiten te kruipen. ‘We
hebben er wel aan gedacht om het als drugsvoorlichting voor scholieren te
gebruiken’, zegt Ruud Bakker, ‘maar ja, straks vinden die het geweldig.’
Een
nieuwe Leidse toiletinnovatie is het urinoir ‘Topspeed’, waarin je met de
urinestraal van versnelling kunt schakelen in een computerspelletje. Monitor en
boxen met dashboard en racegeluid hangen op oog- en oorhoogte voor de
urinoirgamer.
Het valt nog niet mee om met goed richten alle versnellingen
te doorlopen. Voor het goede fatsoen en voor vrouwelijke bezoekers leent Van
Terheijden overigens een plantenspuit uit.
En dan zijn er nog apparaten als
‘P’, het clipje waarmee je favoriete licht-, stereo- en magnetroninstellingen
mee kunt nemen (‘Met een uitgebreid gedocumenteerde fake-industriestandaard’,
zegt docent Bas Haring), of de programmeerbare grasmaaier, die patronen in het
gras kan maaien, maar voorlopig indrukwekkend niets doet op een ondergrond van
maagdelijke graszoden.
Wel in volle actie is ‘Poy’, de auto met emotie. ‘Als
je boos op je auto wordt, wil je dat hij ook boos wordt op jou’, legt één van de
makers uit. Kletskoek natuurlijk, maar wel consequent uitgewerkt. Wie in het
emotionele wagentje gaat zitten wordt omspoeld met relaxte loungemuziek. Het
dashboard is bedekt met zacht, wollig pluche, waar kalm lampjes doorheen
knipperen. Dat alles verandert als je te veel gas geeft (de motor staat
overigens uit), of als je te lang op de claxon beukt.
Rode lampen gaan dan
alarmerend flikkeren, en door de kabbelende achtergrondmuziek klinkt een
gealarmeerd gezoem. ‘De auto wordt boos’, zegt de student. Een poosje sarren kan
de auto tot razernij drijven, blijkt al snel, maar als je over het pluche aait
gaat dat al snel weer over, en houdt Poy zich weer koest.
Het is de
bedoeling dat mensen met media en techniek een nieuw product bedenken, legt
Haring uit. En dan hoeft het niet om een productierijp, aantoonbaar nuttig, of
zelfs maar direct toepasbaar idee te gaan - we hebben het hier immers over een
halve kunstopleiding.
Het gaat om het genereren en uitwerken van ideeën, en
de manier waarop het werken aan een apparaat weer nieuwe ideeën op kan leveren.
‘Ik geloof echt dat een grasmaaier meer is dan het idee van een grasmaaier’, zo
zegt Haring het in een afsluitende peptalk.
Wat wel een harde eis is voor
een voldoende: de opstelling moet wel werken (of in ieder geval gewerkt hebben),
wat niet iedereen is gelukt. Zo moet het team van het plateau dat licht zou
geven op de plaatsen waar je je voeten neerzet, nog even doorploeteren.
Ook
de dubbele kachelpijp waarmee je geluid kunt vervormen met lichaamsbewegingen
laat het op het beslissende moment afweten. ‘Gisteren deed hij het nog’, zegt
een teleurgestelde Martijn Ross temidden van kabels en computerapparatuur. ‘Ik
heb er dagen aan gewerkt, geen idee wat er aan de hand is.’