SCIENCE FACTION - MARE 5, 27 september 2001

Water weekt oorsmeer beter

Water werkt sneller dan slaolie als je vastgekoekt oorsmeer in de gehoorgang los wilt weken, ontdekten onderzoekers het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). De oude remedie, drie dagen druppelen met slaolie, kan daarmee verlaten worden.

Bruno van Wayenburg

De Leidse ontdekking kan een boel geklieder, vieze kussens en dubieus glimmende wangen voorkomen voor mensen met verstopte oren. Bovendien kunnen ze meteen geholpen worden, in plaats van drie dagen te druppelen met slaolie. Dat blijkt uit onderzoek onder leiding van huisarts dr. Just Eekhof, die ook verbonden is aan de afdeling huisartsengeneeskunde van het LUMC.
Onder zijn leiding onderzochten huisartsen in vier huisartsenpraktijken negenenvijftig oren met hardnekkig vastzittend oorsmeer, een substantie die eigenlijk bedoeld is om het oor juist schoon te houden. ‘Hardnekkig’ betekent hier dat de okergele prop zich niet laat wegspuiten met water, zelfs niet nadat er vijf keer een spuit op leeggespoten is.
De helft van de patiënten moest van de huisarts de oude remedie volgen: druppelen met slaolie en na drie dagen terugkomen. De andere helft moest het oor afdekken met een nat watje, zodat het warme water van de spuitbeurt in het oor bleef zitten. Deze proefpersonen ondergingen al na een kwartier in de wachtkamer zitten weer een uitspuitpoging.
Waterdruppelaars moesten daarna gemiddeld nog drie keer uitgesproten worden, terwijl de patiënten met olie in hun oren gemiddeld nog 2,6 volle spuiten nodig hadden. Het verschil was statistisch niet significant, dus kun je net zo goed water gebruiken, concluderen Eekhof en medeauteurs in de British Journal of General Practice van augustus.
Eekhof was tot het experiment geïnspireerd door eerdere proeven, waarbij aangetoond was dat oorsmeer in water in ongeveer een kwartier verbrokkelt, veel sneller dan in olie. ‘Oorsmeer is een beetje een vettige substantie, misschien dat daarom de gedachte is dat je olie nodig hebt’, verklaart Eekhof de traditionele methode, ‘maar blijkbaar zitten er ook wateroplosbare bestanddelen in.’
Of de nieuwe methode nu overal toegepast gaat worden, hangt af van hoe het onder huisartsen opgepikt wordt, zegt Eekhof. ‘Sommigen doen het al, maar het is aan de artsen of ze het echt doorvoeren. Er zijn in Nederland zesduizend huisartsen, en blijkbaar kan één ding dat ze doen wat makkelijker.’